Rome, Dag 3

14 augustus 2005 - Büllingen, België

Verslag van de pelgrimgangers op weg naar Rome.    Zondag 14 augustus 2003

Dag  3.    Schinnen- Plombières - Raeren- stuwmeer Eupen- Bütgenbach- Büllingen

 Gereden 98 km   Rijtijd    4,48 uur    Gemiddeld  20,4 km/uur

We hebben thuis gegeten bij Gerrit en Lies. Het was een gerecht uit deze streek bestaande uit road moos, aerpel en zoer vleisch met prut (rode kool, gekookte aardappelen en draadjesvlees in ’t zuur met appelmoes). Er werden heerlijke wijnen bij geschonken, zoals de Vacqueras van Lambertin, een heerlijke Bordeaux en een Graves. Als nagerecht een kaasplateau, waarbij een Tour de By wordt geschonken, allen rode wijnen. 

Na een stevig glas cognac bij een pittige espresso vallen we als rozen in een diepe slaap waar we toch nog uit wakker schrikken door heftig gekletter van water op dak en ruiten. Dit blijkt bij nauwkeurige inspectie een heftige onweersbui te zijn met een permanent structureel karakter in de tijd. Na het ontbijt stortgiet het nog steeds. Hier gaan we ons nu op eigen wijze prepareren al naar gelang de attributen die we in onze tassen hebben. Bert haalt een cowboyachtig voorschoot te voorschijn van plastic of teflon wat met banden om zijn middel en bovenbenen wordt vastgeregen. Het is een rodeo-outfit, waar je normaal wilde hengsten mee in het gareel houdt op een zomerzondagniddag in Texas, maar dan zonder franjes. Lambert rolt een begin 1900-fietsbroek op tot net onder zijn knieën en ziet er uit  als een bovenmaatse Volendammer met  windkracht 9 in zijn kluiver. De rest ziet er van zijn eigen al folkloristisch uit. Monter bestijgen we onze rossen in de plens en volgen Gerrit nauwkeurig richting Plombières.

We drinken koffie in Plombières in België, waar ze gelukkig een andere weerkaart hebben. In Nederland regent het met hier en daar een opklaring. In België is het overwegend droog met hier en daar een bui. In de koffietent worden we onthaald door de plaatselijke Josti-band, sommige leden verkleed als een Schot. We zijn zo doorweekt en verkleumd dat we onze sokken en schoenen uittrekken om onze voeten weer een menselijke kleur te geven. Omdat we niet roken  nijpen we onze sokken droog in de asbakken. De cappuccino was heerlijk. Na de koffie gaan we op weg naar een lang stuk door de bossen waar we geen enkele gelegenheid hebben om iets te nuttigen.

Voorstel van Gijsbert is om op 88 km in Bütgenbach de lunch te organiseren. Het stuk door het bos is niet alleen mooi maar ook zeer moeilijk door de lastige klimmen maar ook door het wegdek. Meerdere keren houdt het asfalt op en gaat dit over in ruwe sintelpaden. Niet alleen dat, het is onze derde fietsdag en iedereen weet dat de derde dag altijd de meest kwaadaardige dag is van de hele Rome-reis. We worden ernstig in de wielen gereden door het heftig klimmen en dalen, muilezelpaden die Paul Benjaminse voorschotelt in zijn boeken als fietssnelwegen. Het meest vreselijke tijdverlies geschied door het zeer frequent wisselen van kleding tijdens het rijden. Als het gaat regenen moet ons plastic jack aan als de regen stopt moet het weer uit omdat je dan verzuipt in je eigen condenswater. Het is ongerieflijk. Het stuwmeer van Eupen is indrukwekkend. Na een pad waar muildieren nog om zouden keren richten we ons op het dorp Sourbrodt. De verrassing was groot toen we een snel stromend riviertje over moesten steken waar onze fietsen tot halverwege de wielen in zakten.  Met natte tenen maakte Willem nog een automatische auto-opname op een veldje met omgehakte aangetaste, vermolmde coniferen waarbij hij zijn toestel op een geërodeerde stronk plaatste met houtworm en boktor.

Veel te laat om 16.15 uur verlaten we onze lunchplaats Bütgenbach. Opgefrist willen we nog 63 km rijden naar Dasburg. Toen nam de dag een verrassende wending. Op een inhumaan steile klim trapte Willem Guyt per acuut zijn derailleur aan diggelen. Ik reed achter hem en zijn derailleurwieltjes floten als 9 mm kogels om mijn oren. Gisteren had ik dit met Gert. Toen floten zijn stuurdoppen na een beuk om mijn oren. Willem stagneerde volledig en de groepsconclusie was dat er uit Heeswijk van fietsenmaker Ron onmiddellijk een nieuwe fiets moest komen. Hij had dit beloofd te doen binnen een afstand van 500 km. De fiets van Willem is niet meer op te lappen. Het is een geriatrische patiënt met multipel-lijden. Als je het een repareert stort de volgende dag een ander onderdeel in. Nu hebben we gegeten in Hotel Internationaal in Büllingen.[ klein landelijk hotelletje]

Het verslag is goedgekeurd en morgen hoort u wat een stofkoei is……..

Foto’s