Santiago, Dag 13.

20 augustus 2003 - Oloron-Sainte-Marie, Frankrijk

Verslag van de pelgrimgangers op weg naar Santiago de Compostela 20 augustus 2003

Dag   13          Pouylebon - Maubourget - Morlaas - Pau - Lasseube - Oloron-Sain-Marie

Gereden:   119  km.      Rijtijd:      5.30 uur       gemiddeld  23 km/uur

Gegeten in de kasteeltuin van “le Haget”. Leuke sfeer, goede kaart, lekkere wijn. Het duurt even voor het hoofdgerecht komt en we babbelen de tijd lekker weg. Wanneer de borden op tafel staan begint het opeens te regenen, niet hard maar toch….. Twee man rennen naar de plaats waar we alles hebben uitgepakt, we pakken de matrassen, stapelen alles op elkaar en trekken het zeil over het geheel. Alle tassen opstapelen en de parasol erover. De andere parasols gaan over de levensmiddelen. Inmiddels is het opgehouden met regenen, maar je weet nooit. Na de maaltijd kijken we naar boven en nemen het risico toch in de openlucht te slapen.

Om 6.30 uur worden de eerste pelgrimsgangers wakker en de gok was goed, het was warm en droog vannacht. Na de maaltijd stappen de fietsers op en Martin gaat eerst nog even toiletteren.

De rit kan na het verlaten van de luxueuze camping (open dak) beginnen met een frisse discussie over de richting. Adriaan vindt dat Pouylebon naar links ligt en Martin zou het liefst rechts gaan. Hij stelt voor om hier te blijven wachten, totdat iedereen terug komt zodat  Adriaan dan in het ongelijk zal worden gesteld. Martin gaat echter gretig op het voorstel van Willem in, om een fles wijn in te zetten. Hij stelt zelfs voor om een fles in te zetten van het kaliber, rector Lingg. Adriaan laat nog een waarschuwend geluid horen, want dat betekent een fles van minimaal € 40. Het constante commentaar van Martin wordt ineens bij het bereiken van Pouylebon minder en bereikt daarna het absolute minimum. 

Het weer is nog steeds bewolkt en dreigend. Vanochtend waren er wat dreigende rommelingen, gelukkig zette het onweer niet door. Na wat kilometers lijkt af en toe een straaltje zon door te komen. De heuveltjes vertonen zelfs in de richting te gaan van de 10% hellingpercentage. De bewondering voor de mannen (Adriaan met eerst 3  en later 2 kornuiten in 2000) met zware fietsen en bepakking wordt meer dan eens uitgesproken, laat staan de weersomstandigheden.

Na zo’n 38 km wordt er in Maubourguet, de brasserie waar Adriaan en zijn kornuiten hebben gegeten, koffie gedronken, uiteraard met de bekende zoete broodjes. En natuurlijk moet Adriaan zijn nostalgische uitingen larderen met het nemen van voor hem belangrijke foto’s. En dit gebeurt alles onder een oorverdovend lawaai van blazers om de gevallen bladeren bij elkaar te blazen, is het al herfst?  Je moet er wat over hebben voor het bevredigen van de nostalgie van Adriaan aan te horen!

Als we weer verder fietsen worden we ingehaald door Gijsbert, de koffie zou hem wellicht goed hebben gedaan. De route wordt gestaag afgelegd, hier en daar een kreun, gelukkig alweer een heuvel minder. Tijdens de rit wordt er ineens en voor het eerst op ons indringend gefloten. Bij nadere inspectie worden we zeer gewaardeerd door een papegaai. Hij (of zij) krijgt een verdiend fluitje terug. De papegaai fluit weer, het zal dus wel een zij zijn. Bij de kruising waar de richting naar Lourdes (36km) wordt aangegeven, wordt even stilgestaan. De kerk in Morlaas bekijken we en bereiden we in stilte ons voor op de binnentocht van Pau. De afspraak is om te lunchen bij de kerk van St. Jacobus. We hebben alle  kerken gezien, en uiteraard de laatste was de goeie. Gijs was blij ons te zien, hij werd belaagd door een stelletje addicten. De gekookte ham werd (niet de bedoeling) genuttigd door de hond van de drinkende en de rokende “buren”. Ook de klaargezette vruchtensapjes dreigden verkeerd in te treden. Het lunchen was toch weer een aangename onderbreking voor de vandaag minder lange tocht. De route wordt opgepakt onder de bezielende uitspraak van Peter Post (bron: Peter Winnen): “het goeie spul d’rrrrin, en rrrijden maarrr!”

Na het verlaten van Pau en het bekijken van het Chateau, bereiken we na 15 km de Route National, de door ons gewaardeerde secundaire  D-wegen. De wegen op de “heuvels” worden versierd door teksten van de onlangs gepasseerde Tour " Virenque en Ulrich " we voelen ons ondanks de pijn in de benen grootheden. We rijden door Lasseube, naar Oleron, de laatste Franse plaats, nog 13 km, weer een nijdige klim, passeren de Jurancon (goeie wijn), weer een klim die net grenst aan ons fysiologisch kunnen.

Tot onze grote verbazing en bewondering, die we uiteraard uiten, passeren we een oudere dame, met het uiterlijk van iemand met Parkinson, die stevig doortrappend ons complimenteert met onze tocht. Later zien we haar terug in Oleron. De toeclips van haar fiets raken de grond. Willem helpt haar deze te repareren, want enkele schroefjes zitten los. Haar dank is groot.

Na Goes bereiken we Oleron. De Notre Dame wordt bezocht. Het office du Tourisme geeft ons de Tampon, we schrijven ons in, no 446 t/m 450. Adriaan is nieuwsgierig naar de lijst van 2000. Er wordt uit het archief uiteindelijk de bewuste lijst te  voorschijn getoverd, een foto wordt gemaakt. Ook natuurlijk een foto van hotel Le Brun (2000), en natuurlijk de kathedraal van Oleron. De camping wordt om 16.45h bereikt. Gijs is weer blij ons te zien. De kathedraal, tent van Willem, wordt opgezet, het weer is nog steeds dreigend. Na een biertje, en de nodige hydraterende maatregelen, verzucht Willem, “gelukkig, geen franse kaas meer en geen Fransen, die je als een gekookte garnaal aanstaren als je iets in het Frans (Katwijks over de grens!) wil duidelijk maken”. Ineens werpen zich een aantal mensen op hun fiets, om de gekwelde apparaten in een conditie te brengen, waardoor de tocht van morgen over Col du Somport en peulenschil zal moeten worden.

Fietstechniek blijkt het toch iets ingewikkelder te zijn dan we ons hadden voorgesteld: Martin wil zijn derailleur bijstellen en maakt de kabel los. Tot zijn ergernis krijgt hij de kabel door een rafeling niet meer door een cilindertje. Hij raakt in paniek, de fietsenmaker gaat over een kwartier dicht. Samen met Gert en 3 fietsen naar het centrum van Oleron gesneld: de fietsenmaker is reeds dicht en pas morgen om 9 uur weer open. Hij moet en zal over de Somport, desnoods morgen alleen. Onder de strijdkreet “ik kreeg vroeger oude vrachtwagens ook aan de gang, laat staan zo’n stomme fiets” gaat Willem zich met de reparatie bemoeien en het lukt hem de derailleur te repareren, zelfs met een tandje meer.

We zijn er dus klaar voor. Een tocht over de Pyreneeën waarvan de grens en hoogste punt (1650 meter) op 55 km afstand van de camping ligt.

Om 20 uur stappen we op de fiets naar een restaurant in Oleron.

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl

Foto’s