Santiago, Dag 7.

14 augustus 2003 - Mornay-sur-Allier, Frankrijk

Verslag van de pelgrimgangers op weg naar Santiago de Compostela 14 augustus 2003

Dag   7  St. Père - Prémery - Nevers - Apremont-sur-Allier - Morney-sur-Allier

Gereden kilometers    126 km.       Rijtijd      5.21 uur  gemiddeld 25 km/uur

Gisteren hebben we een mijlpaal bereikt in onze pelgrimage. De belangrijke bedevaartplaats Vézelay is namelijk bereikt. We wensten elkaar intensief geluk en dronken een biertje. De klim naar de kerk in de eindfase is moordend. Volgens mij is dit moedwillig aangelegd om de pelgrims te kwellen.

Gisterenavond voortreffelijk gegeten in de buurt van de camping. Een drie gangenmenu geserveerd  door twee empathische, vriendelijke vrouwen, die visueel aangenaam op het netvlies vallen en een gelukkig een normaal looptempo rond de tafels hebben. Prima !

Na de maaltijd leggen we ons neer in onze slaapzakken van ons kampement, dat van te voren steeds  sneller opgezet wordt door onze toenemende vaardigheid hierin. Tijdens het opzetten werd er tevens gezocht naar de telefoon en de bril van Lambert. Reeds laat op de avond zijn de zoekgeraakte spullen nog niet gevonden. Hij heeft zich er al bij neergelegd dat ze ergens uit de broek gevallen zijn en stelt zijn vrouw hiervan op de hoogte met een geleende telefoon.

Het was gisteren qua afstand een rustige dag wat kilometers betreft. Toch was de hitte verzengend en de heuvels  erg veeltallig met een extreem vochtuitzuigende werking  op de cyclisten, die na zo’n dagtocht wat hol en bleek rond de ogen zijn geworden. Onze reisleider Gijsbert vindt het allemaal wel meevallen. In zijn Opel Movana-bus die hoog boven de weg uitsteekt ziet hij nooit enige helling of accidentatie van het terrein. De weg van Oss naar Santiago ziet hij als een grote afdaling. Een weg afgelegd in een kabellift die zoevend moeiteloos naar beneden suist door de zwaartekracht.

Enkelen van ons drinken nog een drankje voor de nacht. De anderen die zich al te lejen hebben gelegen produceren al na tien minuten ronkende, snuivende, steunende, piepende geluiden uit alle openingen gelijk een polymorf orgel, ronkend uit alle pijpen.

Vandaag 14 augustus schieten we zoals gewoonlijk klokslag zes uur uit onze niet meer bedauwde slaapzakken, ‘s nachts is het niet meer vochtig. We ontbijten, tuigen ons op en vertrekken om half acht. De lucht is voor het eerst bewolkt en het is veel koeler. We zetten er meteen een stevig tempo op en dat kan ook. Na een week is onze conditie en de omvang van onze dwarsgestreepte koteletspieren fors toegenomen. We blazen rustig in een lage frequentie sissend onze uitademinglucht in de vochtige niet zo hete buitenwereld. De aanpassing van onze lijven aan de condities van een fietspelgrimage begint buitensporige vormen aan te nemen. Cardiovasculair –pulmonaal groeien we naar de conditie van een opgevoerde stoomtrein met vonkenvanger.

In een lange steile klim begint het steeds harder te waaien. De hoge bomen langs de weg verliezen door de hevige rukwinden steeds meer bladeren. Het lijkt wel een witte kerst met veel dikke vlokken. De lucht wordt steeds zwarter en het begint te weerlichten en heftig te regenen. We vluchten de weg af langs een grindpad en schuilen in een verlaten geruïneerde boerderij. Een geschenk van de Heilige Jacobus. Willem deed het bijna in zijn broek van het onweer, hij kon hem nog net op tijd verwijderen. Na een kwartier regent het nog maar licht en gaan we verder. De regen geeft de verkoeling waar we de afgelopen dagen op hebben gewacht.

Daarna bereiken we Premery. We drinken koffie en eten extreem zoete pruimen-tartelettes. De wespen waren niet bij ons weg te slaan. Dan naar Nevers. Tijdens een van de lange afdalingen krijgt Lambert een lekke voorband en kan met een snelheid van ruim 50 km zijn fiets de berm in sturen. Na een snelle wisselactie gaan we door. Gijsbert belde ons mobiel op dat we voor 13.00  uur moeten tamponeren in de kathedraal van St. Cyr-et-Ste.Juliette. Het is inmiddels 12.55 uur. Eerst bereiken we de kathedraal van St.Etienne, dan door de geluidsbarrière naar de volgende kathedraal. Fout, het is de kathedraal St. Pierre. Uit pure ellende halen we snel een stempel bij het toeristenbureau. Dan zien we een heftig gesticulerende Gijsbert op het wegdek! Opschieten St. Cyr-et-Ste.Juliette is vlakbij en de arme man die ik bevolen heb te wachten op jullie zit er nog steeds. Alles komt nog goed.

We picknicken langs de Loire. Erg verfrissend en energiegenererend. Hier worden plannen gesmeed om de verzekering in te schakelen voor de zoekgeraakte spullen van Lambert, verdwenen bij het fotograferen in de Loire. Een uiterst plausibel verhaal waar Martin het niet mee eens is. Hij heeft tenslotte verstand van verzekeringen. We gaan verder, richting het eindpunt van de dag. Vlak bij het aquaduct waar het water van het Canal du Centre over de Loire stroomt, krijgt Martin zijn eerste lekke band, de derde in de reeks.

We drinken twee biertjes in een lieftallige engels aandoende tuin in Apremont sur Allier. Dit dorp staat bekend als een van de mooiste oude Franse plaatsjes. Verschrikkelijk loom geworden nemen we nog een behoorlijk aantal vinnige klimmetjes naar ons eindpunt Mornay-sur-Allier. Hier richten we ons dagkampement weer op. Een gepensioneerde campingbeheerder met landmeetkundige aspiraties loopt zover wij hebben kunnen waarnemen met een 20 meter lang meetlint over de totaal verlaten camping.

Tijdens het uitpakken van de tassen komen de verdwenen bril en telefoon uit een onverwachts zijvak van een van de tassen van Lambert. Het verhaal van de verzekering kan in de prullenbak en zijn dag kan niet meer stuk. We gaan op pad om te eten in een restaurant vlak bij de camping: le Val d’Allier. Vanuit hier versturen we het verslag.  

Foto’s