Dag 20. Woensdag 10 juni 2009. Wenen - Tulln - Melk

10 juni 2009 - Melk, Oostenrijk

Dag 20.       Woensdag 10 juni 2009.              Wenen - Tulln -  Melk

Gereden: 136 km in 5.45 uur, gemiddeld 23.1 km/uur, eerst regen, later zonnig en droog, wind tegen.

Als we na het ontbijt de stad uit rijden, om 8.45 uur, begint Lambert binnen 50 meter van het hotel met een lekke band. Na de reparatie proberen we het nog een keer, maar Wenen blijkt een onverlaatbare stad voor fietsers. Na 1,5 uur zijn we voor de derde keer weer terug in het centrum en gaan de weg vragen aan de Oostenrijkse ANWB. Dan vinden we de Donau en kunnen we beginnen aan onze Donauradweg richting Melk, we hebben er dan al zo’n 25 km op zitten, het is inmiddels 10.45 uur.

Wel extra mooie zaken van Wenen gezien maar niets opgeschoten. Lambert valt over een gladde PVC-pijp op zijn linker-heup en elleboog, gelukkig niet ernstig. We beginnen nu definitief begaan onze laatste fase naar Passau. Het regent en Gert gaat scherp naar links plotseling. Lambert remt krachtig, slipt op de natte kinderkopjes en valt opnieuw. Nu op zijn rechter-knie en elleboog en weer niet ernstig.

Het rijden langs de Donau is erg mooi met prachtige vergezichten en een goed fietspad langs de rivier. We komen alleen fietsers in tegengestelde richting tegen, wind mee en heuvelafwaarts. Wij rijden net de andere kant op, het is inmiddels zonnig en droog. Koffie om 12.00 uur op 40 km in Gasthof Farosch, bij kasteel Greifenstein. Dan op weg richting Tulln.

Op 55 km op een helling horen we een heftig geratel en gekraak van tandwielen en ketting gevolgd door een heftige klap. Martin schakelde niet optimaal en trapte door zijn aandrijfmechaniek. Hij lag onder zijn fiets met multiple schaafwonden. Het allerergste was een open rafelige grote wond aan zijn rechter onderbeen, heel pijnlijk. Het was bij een  kinderspeeltuin, er zijn banken en veel ruimte. We leggen Martin op een bank en richten een veldhospitaal in. We pakken onze geneeskrachtige tassen met hechtmateriaal. Een Oostenrijkse man wilde een ambulance bellen voor transport naar een ziekenhuis. Wij zeiden, dat wij dit soort zaken liever onder eigen regie uitvoeren, hij keek nogal diffuus en ging verder.

Toen begon het genezen: Lambert doet de narcose, Gert en Adriaan het wondtoilet. Eerst schoon water gehaald uit de jerry-can van onze priveambulance. Daarna een verse fles degelijke Franse Cognac en maakten de reiniging af met betadine-jodium, de wond zag er volgens Adriaan niet beter uit maar hij rook wel beter. Adriaan met ernstige chirurgische ervaring knipte eerst de afgestorven vleesflarden af, het zag er daarna al veel beter uit.

Zand en steentjes verwijderd en ook het  niet-valide vlees werd verwijderd. Toen hechtte Adriaan de wond zeer professioneel met zeven hechtingen, daarna betadine-zalf met een gaas erop en afgeplakt met een eilandpleister, de schaafwonden deden wij erna.

Martin ging bij Gijsbert in de bus verder, hij wilde wel verder fietsen maar mocht dit niet van ons. Wij hadden nu echt veel tijd verloren. Bert, Willem en Gert gingen beurtelings 5 km op kop rijden. Dit hielden we heel lang vol, in totaal zo’n 85 km, steeds tegen de wind en heuvel op. Lambert kreeg nog zijn tweede lekke band vandaag. Het fietspad langs de Donau rijdt soepel, zeker als je het als groep gestructureerd doet.

Bij het binnenrijden van Melk werden verwelkomd door het sonore klokkengelui van het Stift-klooster, een prachtig bolwerk op een rots met meer dan 176 kamers. Om 18.00 uur arriveren we bij Gijsbert en Martin, ze hebben een mooie slaapplaats gevonden op de camping  Faehrhaus Jensch in Melk aan de Donau.

Martin slaapt nu niet bij ons in het kampement, maar in een eigen appartement met douche en hangtoilet, 2 lig-slaapkamers, een zitkeuken en wel heel bijzonder, een privé-slavin voor zijn wondreiniging. Hij mag natuurlijk uitslapen en wij maar beuken.

Geen matennaaiers

Dit was een dag van valpartijen

We rijden nog in Wenen rond

En op de natte Weense keien

Valt Lambert twee keer op de grond

Bezeert zijn elleboog, heup, dijen

Niet ernstig, maar ’t is niet gezond

Tot Martin mistrapt en gaat glijen

En die heeft wel een fikse wond

Hij wordt snel op een bank gelegd

En daar begint het groot’ genezen

Martin hoeft nergens voor te vrezen

Krijgt veel cognac, want dat helpt echt

Dit team moet hemelhoog geprezen

Men naait de ander niet, men hecht

Foto’s