Santiago, Dag 4

11 augustus 2003 - Châlons-en-Champagne, Frankrijk

Verslag van de pelgrimgangers op weg naar Santiago de Compostela  11 augustus 2003

Dag  4.   Montmédy - Dun sur Meuse - Varennes - L'Epine - Châlons-en-Champagne

Gereden kilometers:   134 km.        Rijtijd:    5.11 uur          gemiddeld 26 km/uur

Iedere avond hebben we een discussie over het tijdstip van vertrek. We zijn nog maar 1 dag vroeg begonnen. Het voordeel is dat het in de morgen veel beter fietst, het nadeel is dat in de vroege ochtend nog zeer weinig geopend is, zodat we onvoldoende kunnen bezichtigen.

Ondanks het toch zeer warme weer, hebben we tot nog toe steeds besloten om tussen 7.00 en 7.30 uur te vertrekken. We knippen de dag in een 3-tal trajecten van 40 à 50 kilometer. Na het eerste traject drinken we koffie ergens in de dorpje of stad, na het tweede traject hebben we een afspraak met onze chauffeur / begeleider / verzorger Gijsbert die een mooie picknick plaats uitzoekt met veel schaduw en een windje. Na aankomst van de fietsers wordt het grondzeil ontvouwen, de stoelen neergezet, broodjes klaar gemaakt, fruit en yoghurt aangereikt, drinken ingeschonken en……… soep klaargemaakt. Met deze vorstelijke maaltijd in het vooruitzicht is ook het tweede traject voor 13 uur wel te doen. Het wordt pas echt lastig wanneer we toch al met de eerste 100 km in de benen en met een lunch in de buik weer op de fiets moeten stappen om het derde en laatste traject van de dag af te leggen. Het lijkt met alle positieve berichten wellicht een gemakkelijke tocht, maar de laatste uren kunnen bloed-verzengend heet zijn. De warmte die het asfalt uitstraalt is soms nog warmer dan de straling van de zon. Vandaar iedere avond dezelfde discussie.

We brachten weer de nacht door onder de schitterende sterrenhemel. Halverwege de nacht maakte Adriaan zijn slapie Martin ruw wakker, omdat hij plat op zijn rug zeer hinderlijk lag te ronken. 

Om zes uur wekt Gert ons. En toen kwam het gemier. De koelkast bleek volledig in bezit genomen door zeer ijverige mieren, die op de taart waren afgekomen die Gijsbert voor bij het ontbijt had gekocht. Als Aboriginals mieren lekker vinden, waarom zouden wij dan de taart met mieren en al niet meer kunnen eten. Dus de taart was heerlijk maar mierzoet, verder was het ontbijt weer zeer goed verzorgd.

De tocht begon met nu gemene afdaling, die we gisteren als laatste moesten beklimmen. Als een stel  “monomane mastodonten “ denderden we naar beneden. Beneden hadden we direct al een discussie. Rechtsaf of rechtdoor.? We kozen voor de nieuwe route, die Martin uit de laatste uitgave van “Langs oude wegen en pelgrimswegen” van Sweerman had overgenomen. We reden via Louppy naar Dun sur Meuse.  Mooi glooiend landbouwgebied en prachtige stille wegen.  Onderweg zagen we nog een vos zijn prooi besluipen. Op de brug over de Maas in Dun, de obligate foto’s genomen. We hadden uitzicht op het Hotel, waar Adriaan geslapen had tijdens zijn eerste Pelgrimage en waar hij om vijf uur wreed in zijn slaap was gestoord door remmende en optrekkende vrachtwagens met hout uit de bossen. Net toen Adriaan zijn verhaal verteld had kwamen er Nederlandse mensen langs die de afgelopen nacht in het hotel hadden geslapen en om vijf uur wreed in hun slaap…….. inderdaad.

Verder dus. Eerst een gemeen klimmetje, maar dan komt ook altijd weer de afdaling. We reden via Epinonville, Very en Cheppy naar Varennes, waar we z’n zessen bij een kleine “Bar Tabac” onduidelijke koffie hebben gedronken. Wel lekker waren de verse suikerbroodjes van de plaatselijke “Boulangerie”.  Het zon begon al weer flink zijn best te doen.

Met Gijsbert afgesproken in “Hans”.  In de schaduw hebben we weer heerlijk geluncht met koele druiven  en ter plekke gemaakte soep. U, als lezer,  moet wel weten, dat we dit doen langs het asfalt, op een op het gras uitgespreid stuk folie.

We vervolgen onze weg door Frankrijk’s graanschuur. Dat betekent uitgestrekte, inmiddels , kale velden in verschillende kleuren geel, maar geen enkele beschutting voor de brandende zon. Gelukkig stuurt de heilige Jacobus een klein wolkendekje, die even wat verkoeling brengt. Ook als dat wolkendek verdwijnt moeten we door, want we willen een biertje drinken in LÉpine en de overigens prachtige kathedraal bezoeken en een stempel halen. De volgorde is niet willekeurig. Om half vier is het biertje genuttigd en fietsen we de laatste 13 km naar de Camping Municipale in Chalons en Champagne.

Daar vloeit het koele bier weer rijkelijk en kunnen de aanwezige artsen dreigen met de scalpel. Wat blijkt? Willem heeft een “pustula” in zijn lies. Laat maar kijken! De toch niet preutse Willem doet dat niet.  Als je als leek dan hoort wat dat allemaal zou kunnen zijn en hoe ernstig de gevolgen zouden kunnen zijn, dan zou je zeggen “snijden”. Zo niet onze Willem. Die rijdt liever door met zijn pustula en kiest niet voor de noodslachting.  "ubi pus, ibi evacua" Latijn voor "waar etter zit, verwijderen"

Om half acht, na de nodige vrolijke alcohol gaan we eten. Vermeldenswaard is nog wel dat het zadel van Lambert als een overrijpe pruim  is gescheurd, hij monteert een nieuw zadel. Alsof hij erop gerekend had…

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

Foto’s