Santiago, Dag 21.

28 augustus 2003 - Santiago de Compostela, Spanje

Verslag van de pelgrimgangers op weg naar Santiago de Compostela  28 augustus 2003

Dag  21.   Santiago de Compostela met de pelgrimsmis en de Botafumeiro in de Kathedraal

We zijn wakker geworden en het blijkt behoorlijk geregend te hebben. Het is koud en troosteloos weer. Wat hebben wij geboft tijdens onze reis, is het eerste dat we bedenken. Ontbijten doen we in het restaurant van de camping, tenminste dat was de bedoeling. De kelner meldt dat de keuken tot 11.00 uur dicht is en we het met een croissant en een kop koffie moeten doen met een broodje ham. We besluiten met de auto naar de stad te gaan en niet op de fiets. Er wordt op ons oude stekje van gisteren geparkeerd, vlak bij de oude stad. 

We zijn rond 10.00 uur in de stad en spreken af dat we om 11.15 in de kerk moeten zijn voor de pelgrimsmis, die om 12.00 uur begint. Iedereen gaat zijn eigen weg, kijkt wat rond of drinkt nog een kop koffie. Op de afgesproken tijd zijn we in de kerk, het is er al erg druk. Adriaan en Gert hebben al een plek, de anderen zoeken een goed alternatief. Gijsbert heeft berekend dat er eind augustus 200 tot 300 pelgrims per dag arriveren in Santiago, lopend of per fiets. De kerk zit dus stampvol pelgrims van allerlei nationaliteiten. De dienst begint met de voorzang van een non. Deze heeft werkelijk een prachtige stem, die galmt via de microfoon in de gewelven van de grote Kathedraal. Op haar aangeven “todos” zingen en/of neuriën de kerkgangers de coupletten mee. Daarna komen 20 priesters, in witte lange souternes, de kerk binnen en begint de mis. Hierbij worden ook de namen en groepen van pelgrimgangers voorgelezen welke de dag daarvoor zijn aangekomen, vanwaar ze vertrokken zijn en hoelang ze erover hebben gedaan. Onze namen worden ook genoemd. Tijdens de mis wordt er ook door een aantal bezoekende priesters in het Italiaans, Frans en Duits een wens uitgesproken. Vervolgens wensen we elkaar vrede toe door iedereen in de directe omgeving een hand te schudden. Hierna wordt tijdens eucharistieviering aan iedereen, die het op prijs stelt, een hostie uitgereikt. Aan het einde van de mis begint de ceremonie van het bewieroken van het altaar en de gemeenschap in de kerk. Een groot zwaar zilveren wierookvat wordt binnengebracht en aan een takel gehangen. Hierna pakken 8 mannen, de tiraboleiros, een lang touw vast en gaan aan dat touw trekken, een lang touw dat boven in de kerk aan een soort katrol vast zit. In het wierookvat wordt een vuur ontstoken en het begint flink te roken, te wieroken zelfs. Het vat krijgt een slinger en daarna beginnen de mannen met een aantal routine-achtige bewegingen, waardoor het vat een steeds grotere zwaai krijgt. Het vat lijkt zelfs door het dak van de kerk te slingeren, wat wel 30 of 40 meter hoog is, zo hoog gaat het vat. Het dak wordt natuurlijk niet geraakt, maar het is wel een zeer indrukwekkend gezicht, ook als je het voor de 2e keer ziet, zoals Adriaan. Na deze ceremonie wordt de zegen uitgesproken en is de mis afgelopen. Als we elkaar weer gevonden hebben, lopen we verder de stad in en gaan lunchen in een kleine maar smakelijke eetgelegenheid. Hier spreken we af om de rest van de middag voor ons zelf te besteden en om 17.00 uur bij de bus te verzamelen om dan richting camping te vertrekken. De meesten gaan  shoppen of lopen een museum in. Er zijn te veel bezienswaardigheden in Santiago voor maar één dag. Om stipt 5 uur zijn  we allemaal weer op de afgesproken plek en rijden met de bus weer naar de camping.

We nemen op de camping een douche, drinken een borrel en bespreken de avond. De gehele dag miezert het wat, maar tegen de avond valt er steeds meer regen. Tijdens het eten gaan alle remmen los, het valt met bakken uit de hemel. Op de camping blaast de wind tafel en stoelen omver, onze koeling maakt kortsluiting en de weekendtassen onder het zeil beginnen van onderaf te doorweken. Kortom allemaal ellende. We laten ons niet uit het veld slaan en zetten alles weer terug op zijn plek en scheren onze tent-kathedraal vast, bestand tegen windkracht 11. Willem besluit vannacht in de auto te slapen.

Als alles weer in orde is, drinken we onze resterende alcoholische drankjes op. Hierbij worden we plotseling overvallen door een Duits stelletje, die het bij ons wel heel gezellig vindt en het slechte weer op deze manier wil trotseren. Ze komen uit Bielefeld, hebben een geweldige Füssballverband, hij heeft in Gijon gestudeerd voor techneut. Hij ontwerpt allerlei zaken, zoals bijvoorbeeld de laatste klep van het nieuwe Senseo koffiezetapparaat. De oude klep ging 5000 maal mee, de nieuwe kan wel 8000 keer mee. Hij doet aan "sterkteleer" heeft een Nederlands collega, die Henk heet en slecht Duits spreekt. Niet alleen onze mannen liggen wakker van het gezellige gebabbel en de lachsalvo’s van Lambert, maar de gehele omgeving heeft deze gevoelige informatie over de Philips-Douwe Egberts constructie kunnen waarnemen. Om 01.37 komen twee bewakers een eind maken aan onze gezellige bijeenkomst. Lambert en Gijsbert duiken in de tent, Willem in de auto.

We maken plannen voor de terugweg want ook die moet in etappes. We zijn van plan om de eerste dag naar Bilbao te rijden en als er tijd voor is het Guggenheim museum te bezoeken. De tweede dag willen we tussen Orleans en Parijs de stop maken om op zondag, gepland om 15.00 uur in Tilburg bij het huis van Lambert aan te komen.

We hebben allemaal ontzettend veel plezier aan onze tocht beleefd maar verlangen nu toch sterk naar huis, gezin, familie en vrienden. Het is mooi geweest.  

De hoofdrolspelers in het verhaal zijn:

Gert Cramer (organisator van de tocht) 54 jaar, huisarts in Oss

Gijsbert Meijvogel (begeleider) 59 jaar, ex. ondernemer, thans beroepswandelaar uit Katwijk

Lambert van Gemert 57 jaar, huisarts te Tilburg

Martin Maasland 56 jaar, pensioen-consultant uit Hoevelaken

Adriaan Smans 58 jaar, uroloog te Heeswijk-Dinther

Willem Guyt 50 jaar, afvalverwerkingdeskundige uit Katwijk

Foto’s