Santiago, Dag 18.

25 augustus 2003 - Molinaseca, Spanje

Verslag van de pelgrimgangers op weg naar Santiago de Compostela. 25 augustus 2003

Dag  18.   Sahagún - Valencia de Don Juan - Hospital de Orbigo - Astorga - Rabanal - Cruz de Ferro - El Acebo - Molinaseca

Gereden:   163 km.       Rijtijd:   6.51 uur   gemiddeld 25 km/uur

’S Avonds hebben we gegeten in Sahagún.  De camping lag net even buiten het stadje, dus gingen we op de fiets ernaar toe. Lastig en onzeker met gewone schoenen op die click-trappers.  Zeker als je dan onderweg ernaartoe nog gebeld wordt en je dus ook nog met een hand moet fietsen en dus ook nog remmen. Zo viel Lambert bijna, al bellend op Gijsbert. Hij moest remmen voor tegemoetkomend verkeer op een smalle, overigens monumentale brug.

Het stadje is verder nauwelijks interessant, maar zoals dat hoort in Spanje een heerlijk plein met fanatiek voetballende kinderen en omzoomd door een soort dakplatanen waaronder de alleraardigste terrasjes zich aan je presenteren. In Bar Ristorante Luis presenteerde men voor ons een driegangen pelgrim-menu voor 7 Euro. Dit bestond uit salade of pasta, hoofdgerecht vis of kip en een ijsje toe.

Telkens als we de fiets naar de stad pakken, merken we als we er op plaats nemen op een stoel, hoezeer we ons zitvlak dagelijks kwellen. We verzitten tijdens het fietsen van de ene op de andere bil of gaan staan op de pedalen. De zadels zijn onbegrijpelijk klein en hard en de fietsen zijn, ondanks dat ze vaak peperduur zijn, niet uitgerust met enige vering. Alle oneffenheden in de weg worden middels het stijve frame doorgegeven aan het vege lijf. De bips fungeert hierdoor als een soort schokdemper, maar onze bil is hier, volgens mij, uiteindelijk niet voor bedoeld. Dit misbruik van het zitvlak wordt enigszins tegengegaan door iedere dag te kwakzalven. Eén van de fietsers heeft een complete voorraad van een apotheek aan zalf meegenomen en verdeelt onder de bofkonten. De één gebruikt echter meer van het spul dan de ander en smeert er dagelijks dusdanig veel op dat hij bijkant van het zadel glijdt. Maar hoe dan ook, iedereen heeft last van zijn perineum tot aan zijn bilnaad.

Terug op de camping slapen we natuurlijk weer zonder tent. Het is fris, maar lekker in de slaapzak. We staan om 6.45 uur op, gaan ontbijten en daarna de fietsen inspecteren. Lambert vindt dat er nog wat lucht in zijn achterband moet en draait zijn dopje eraf, kompleet met ventieltje, pssssssschhhh. Het ventieltje moet er eerst weer in en nu goed vast. Hij pakt een waterpomptang en draait vervolgens vakkundig het kleine ventieltje volledig aan gort. Wat rest is om een nieuwe band te monteren. Daarna rijden we snel weg, een kwartier te laat.

We hebben tijdens het diner naar een alternatieve route gekeken en gevonden. Adriaan weet dat er een zeer stoffig pad komt van ongeveer 30 km op de route, die we eigenlijk willen omzeilen. De route naar Astorga gaat nu via een geasfalteerde weg en we hebben de wind mee. Al snel ligt het tempo op 35 km per uur en dat laten we de eerste 1½ uur niet meer los. We schieten bijzonder snel op. In Valencia de Don Juan drinken we koffie na eerst een bijzonder fraaie ruïne bezichtigt te hebben aan de rand van de stad. Daarna de koffie en een uit de kluiten gewassen zoet broodje. Tijdens het nuttigen van de koffie komt het gesprek op de aanpassing van allochtonen in ons vaderland, waarbij blijkt dat onze ideeën hierover verder uit elkaar liggen als de aankomsttijden op een col. Tijdens de koffie blijkt ook Gert zijn voorband spontaan te zijn leeggelopen. De oorzaak is een stevig ingenestelde doorn in het profiel van zijn voorband. Ook hier biedt een nieuwe band uitkomst. Daarna door naar Astorga, de afspraak om 13.00 uur met Gijsbert wordt al krap. We nemen tot overmaat van ramp ook nog de verkeerde weg, maar via een landweg komen we weer op de route. Als we in Astorga arriveren blijkt dat Gijsbert nog een kwartier nodig heeft om bij ons te komen. We bekijken de kathedraal, het paleis van Gaudi, en vinden een zeer geschikte boom waaronder de lunch kan worden uitgestald. Een wit poesje komt af op de lucht en pikt een “graantje” mee van de lunch. Na de lunch nog een stempel gehaald in Astorga.

Daarna komt het middagprogramma waarin zich de Cruz de Ferro bevindt. Deze staat echter op een hoogte van 1510 meter dus er dient wel flink geklommen te worden. We worden tevens getrakteerd op een stevig blazende tegenwind, zodat we op de helling praktisch stilvallen. Volledig leeg gereden komen we aan bij de puinhoop aan de voet van het kruis. We plaatsen onze stenen, maken foto’s en rijden snel door, het is bitter koud geworden. Leuk detail is dat de weg naar het Cruz de Ferro juist vandaag opnieuw werd geasfalteerd en voorzien is van een slijtlaag met heel veel steentjes. Tijdens de klim moest je in het zadel blijven zitten om druk op het achterwiel te houden, tijdens de afdaling stapvoets naar beneden om niet uit te glijden.

In een Refugio wordt er even gestopt voor een stempel en de meesten van ons zijn vergeten een jasje mee te nemen. Dit wordt gecompenseerd door een oude krant tussen het borsthaar en het vertrouwde wit-rode Yamanouchi-shirt te plaatsen. Vervolgens weer door naar de eindbestemming in Molinaseca. De afdaling is bijzonder lang en vaak zeer steil. De handen verkleumen van de kou. Beneden aangekomen wacht Gijsbert ons op. We kunnen terecht in een Refugio voor wandelaars en fietsers met bepakking. We maken hiervan dankbaar gebruik en proberen zo sober mogelijk over te komen. Als we de koelboxen en de mobiele apparatuur te voorschijn halen worden we toch al aangekeken met twijfelachtige pelgrimage uitdrukking.

Na de opfrissing gaan we direct op pad, lopend dit keer om de billen voor morgen te sparen, naar het dorp om een welverdiende maaltijd te nuttigen.

Foto’s