Santiago, Dag 17.

24 augustus 2003 - Sahagún, Spanje

Verslag van de pelgrimgangers op weg naar Santiago de Compostela     24 augustus 2003

Dag  17.   Burgos - San Anton - Castrojeriz - Fromista - Carrion de los Condes - Sahagún

Gereden:  158 km.      Rijtijd:     6.09 uur   gemiddeld  26 km/uur

Eten op het plein bij de kathedraal van Burgos. Het is zaterdagavond dus gezellig druk in de stad. We bestellen één voor één het hoofdgerecht en drinken koffie toe. We hebben een prachtig uitzicht op de gerestaureerde kathedraal, waarin de beroemde veldheer El Cid (1140) begraven ligt.

Het afrekenen gaat wat moeilijker, de bankpas wordt meerdere keren niet geaccepteerd, dat accepteren wij niet. Uiteindelijk proberen we de creditcard en na een aantal pogingen lukt het onze rekening te betalen. Vervolgens laat onze touroperator ons nog een deel van de stad zien en we lopen een stuk over de Ramblas (een soortgelijke straat als in Barcelona).

Hierna springen we op de fiets richting camping. Gijsbert weet een kortere weg: we rijden met onze onverlichte fietsen door een donker park en het parcours wordt steeds doller. Ik ben tot het inzicht gekomen dat ik overdag op afstand haarscherp zie, maar in het donker niets. Het is een wonder dat we niet in een spleet of tegen een boom zijn gereden. Op de camping drinken we nog een heerlijk glaasje witte wijn.

Omdat het weer een prachtige, warme zomeravond is leggen we ons weer onder de sterrenhemel te ruste. Een laatste tandenpoetser van onze groep, op terugroute van het lichamelijk reinigingshok, wordt door een campingbewaker aangesproken. Hij is van mening dat wij op deze beschaafde camping een tent moeten opzetten. Het antwoord van Lambert is: “Wij slapen altijd in de open lucht omdat we pelgrims zijn en het slapen in de open lucht is noodzakelijk omdat we anders niet aan de voorgeschreven hoeveelheid ontberingen komen om volledig herboren thuis te komen”. Toen was het vanzelfsprekend goed.

Als we s’ morgens om 7 uur opstaan is het nog aardedonker, de zon komt hier steeds later op. Voor het ontbijt steken we alle beschikbare verlichting aan die we hebben. Als we om 8.15 uur vertrekken is het wel licht, maar ernstig koud. We rijden eerst dwars door Burgos, waar we aan de periferie ons kamp hadden. Het eindpunt van vandaag is Sahagun.

Eerst rijden we langs rustige glooiende bergwegen. De wijnranken van de Rioja hebben plaats gemaakt voor golvende korenvelden met ongeveer hetzelfde aanblik als Noord-Frankrijk. Je kunt merken dat het zondag is, vele race fietsers komen we tegen. Twee mannelijke Spanjaarden op de racefiets rijden ons regelmatig wisselend voorbij. Ze hebben stevige gespierde kuiten en een snelle blik in hun zondagse contactlenzen. Op een langdurige redelijk fors stijgende helling laten drie van ons zich verleiden een wedstrijd met ze aan te gaan. Martin en Lambert blijven rustig fietsen omdat zij weten, hoe dodelijk vermoeid het vandaag nog gaat worden. Middels een sluwe al door de eeuwen beproefde wielrennerstruc uit de Katwijkse regio weet Willem hen te kloppen. Volledig gedemoraliseerd met de staart tussen de benen druipen ze de bergen af. Waarschijnlijk hangen ze nu hun racefietsen voorgoed bij de paardenhoofdstellen in de stal en vragen een inschrijvingsformulier aan voor de lokale biljartvereniging “Rojo-Blanco”

Het 50 km punt nadert in het plaatsje Castrojeriz, waar we ons even willen verpozen. Daarvoor halen we nog een stempel in ons paspoort bij een ruïne San Anton, waar ook een pelgrim-overnachtingplaats is. We komen steeds meer fietsende en lopende pelgrims tegen. We voelen steeds sterker een Santiago-peregrinosfeer. Buitengewoon !!

In het middeleeuws aandoende plaatsje met zandige rotsige straten en bouwvallige huizen in de brandende zon bezoeken we een heel oud kerkje. Het interieur is verrassend ingericht als museum met prachtige kunst ,schilderijen, beelden en houtsnijwerk. Johannes de Doper komt vaak op de schilderijen voor. Martin citeert uit de bijbel bij een schilderij waar Jezus wordt gedoopt: “Ik doop u slechts met water, maar die na mij komt doopt u met de Heilige Geest. Ik ben niet waardig de slip van zijn jas te dragen” Er wordt prachtige klassieke muziek gepeeld (Mozart ,Vivaldi en Chopin). Het is een romaans-gothische abdijkerk Santa Maria del Monzano (Maria van de Appelboom) uit 1214. Eindelijk koffie en tortilla in een plaatselijke kleine uitspanning. 

Erg voedzaam, jammer dat de uitbater ons naar het noorden stuurde in plaats van de goede westelijke richting. Na een omweg van 7 km komen we op een kaarsrechte hobbelige weg van 14 km richting Fromista. We fietsen kop over kop tegen de wind, het is echt afzien. In Fromista halen we een stempel en drinken we een ijskoude cola. Carrion de los Condos is nog 19 km verder en daar wacht Gijsbert met de lunch.

In een hoog tempo gaan we verder tegen de wind kop over kop door het saaie land op de kaarsrechte wegen, berg op en berg af. Rechts van de weg loopt het El Camino (het pelgrimspad). De wandelaars zien echt af op de wegen, ze strompelen over de paden, sommigen lopen met zelfs met een parasol. Ook zien we mountainbikers met bepakking, die op het wandelpad fietsen. Met onze racebandjes is dat echt onmogelijk.

Gijsbert is al een uur in Carrion de los Condes. Het is daar erg druk en gezellig door het Fiesta del Santa Zoilo (beschermheilige van het dorp). Bij de kerk weer een stempel gehaald en dan de lunch buiten het dorp onder de aangeplante populieren, die heerlijke schaduw geven. Gijsbert heeft ’s morgens de kathedraal in Burgos bekeken en boodschappen gedaan, zodat de lunch weer overvloedig was. Zelfs oude Amsterdamse kaas en sardines voor Willem.

De laatste  42 km rijden we in een stuk naar Sahagún. Sahagún was vroeger een rijke stad vanwege handelaren uit heel Europa. De naam Sahagún komt van een heilige uit de Romeinse tijd. In zijn naam ontstond een klooster en dat is 2 maal door de Moren verwoest, 40.000 Christenen zijn er gesneuveld. Nu is het een saai dorpje met een mooie camping en zwembad. Naast ons staat een echtpaar uit Nederland en nog een vrouw, die op de fiets pelgrimeren. De auto is door Gijsbert al weer uitgeladen en het kampement wordt opgezet.

Na het bier zijn we nog redelijk op tijd, zodat er gezwommen kan worden in het zwembad van de camping. Zelfs de kalende mannen worden uit het water gehaald. Ze moeten na de hele dag een fietshelm, ook nog in het zwembad een badmuts dragen!

Fietsend gaan we de stad in. We gaan hier niet vroeg aan tafel, want in Spanje wordt ’s avonds laat gegeten.

Foto’s