Rome, Dag 9

20 augustus 2005 - Chur, Zwitserland

Verslag van de pelgrimgangers op weg naar Rome.  Vrijdag  20 augustus 2005

Dag  9.  Bischofszell- Rorschach- Liechtenstein- Chur

Gereden: 133 km.  Rijtijd:  5,14 uur  Gemiddeld:  25,7 km/uur

In de bus rijden terug van de camping naar Bischofszell. Het is een 3 km rijden en de straat begint al nat te worden. Gijsbert heeft van de campingbaas een aantal suggesties mee gekregen om te gaan eten en we kiezen voor Hotel Taverne zur Linde. Terug op de camping gaat het echt hard regenen en alle spullen worden weer in de auto gezet. Het verslag moet worden afgemaakt en verzonden vanaf de achterbank van de Movano. Na deze laatste handelingen kruipen we in de tent en vragen ons af of we droog of nat wakker  worden. Na de afgelopen zonnige dagen is alles in een nacht drijfnat geworden. Er moet weer zon komen. Het is niet alleen nat maar ook druilerig, huiverig en koud. We gaan eerst douchen en ons soigneren. Het toiletgebouw ligt tegenover ons kampement. De camping is geschikt als doorgangscamping voor een nacht. Ernstig fantasieloos staan de caravans naast elkaar in rechte rijen. Er is weinig begroeiing op vast Zwitsers gras na. Het huis van de campinguitbater ligt tegen de wasgelegenheden aan met receptie en zo. Deze man zit vanuit diverse ramen de campinggasten te observeren en te bespieden en wijst hen regelmatig op de heersende regels hier. Zelfs in het restaurant waar we eten steekt hij zijn hoofd door een houten afscheiding. Dit uiterlijk heeft de vormgeving van een Zeeuwse kleiaardappel met goudomrande bril. Kennelijk heeft deze man zoveel tijd door gebrek aan cursussen in Zwitserland als “wijngaardslakken verzamelen” en “klassieke talen voor leken”. Rozen begiet en snoeit hij ook niet omdat deze op deze camping niet voorkomen.

Gijsbert is er niet aan toe gekomen de vorige dag uitgebreid in te slaan in de supermarkt. Het ontbijt staat dus in het teken van karigheid en soberheid. Onze club bestaat uit ouderen met redelijk afgesleten kiezen. Wij malen het oude brood dapper en overgieten dit met waterig vocht. Lange-afstandsfietsers presteren het beste, zowel lichamelijk als geestelijk onder sobere condities net als postkoetspaarden. In de druilerige, huiverige ochtend rijden we aan en belanden weldra bij een veerpontje bij een snel stromend riviertje. Het is een platte prauw die met een kabel en katrol vast zit aan een andere kabel over de rivier gespannen. Een potige boerenzoon vaart ons over. Het voortdrijvingsmechaniek is een mega-neptunus-achtige vork waarmee hij afzet tegen de zwerfkeien op de bodem van de ondiepe rivier. Aan de overkant pedalen we verder. Het landschap is golvend groen met op de achtergrond bergpieken omgeven door traag bewegende mistdekens. Het is nog steeds huiverig en rillerig. Het water van de rivieren en stroompjes is grauw, bruin, dof van kleur. Door de zompige, moerasachtige condities wordt het slijmvlies van onze luchtpijpen geprikkeld waardoor er een regelmatige prikkelhoest klinkt die een taai slijm oplevert wat draadvormig aan onze voortanden blijft hangen en op de fietsstangen druipt. Het landschap heeft een onvervalst, puur Zwitsers boerenlandlevenkarakter. De geur van koeienmest en varkensmest is indringend en teistert onze luchtpijpen nog meer.

Door al deze pracht bereiken we Rorschach, een prachtig plaatsje aan de Bodensee. We drinken koffie met heerlijke taart. Wel duur maar het is een luxeoord, 23 km hebben we inmiddels afgelegd. We passeren een stuk verder de Oostenrijkse grens, die we al weer even snel in tegenovergestelde richting overschrijden omdat we onze koers verlegd hebben. We zijn Oostenrijk weer uit. We koersen snel over het jaagpad langs de Rijn. Er liggen indrukwekkende kiezel-schiereilanden midden in de Rijn. We dalen de steile, levensgevaarlijke oever af en maken foto’s van ons met Astella-shirts op deze kiezelvlakte. Dit tot genoegdoening van Frank Tonino en glorie van Astella. Tevens hulde voor Dick v.d. Sande. Dit gebeurde op 80 km rijden . Op 82.5 km brak Gert zijn fietsketting op een hellinkje. De lunchpauze was op 85 km. Gert werd verplaatst door Bert, die hem duwde aan de ene kant en Willem die hem trok aan de andere kant. Het resultaat was een snelheid van 29 km per uur. Eerst weer een heerlijke vermaarde lunch van Gijsbert,daarna het repareren van de ketting. Gelukkig had Adriaan en kettingponsapparaat bij zich, waarvoor hij minstens de Nobelprijs voor collegialiteit verdient. De reparatie zag er uit als een chirurgische precisieoperatie.

Tijdens de lunch houdt Gijsbert plots een schone shirt inspectie waarbij blijkt dat Lambert vrijwel de gehele ochtend achteraan heeft gereden. Alle shirts zitten onder de bagger maar die van Lambert is schoon. Hij schrikt hiervan zo erg dat hem de kom tomatensoep uit de vingers glijdt waardoor zijn outfit weer geheel bij de andere fietsers past.  Daarna fietsten we een stuk door Liechtenstein, het 8e land dat we binnendringen. Dan na een fors pittig fietstraject met straffe wind bereiken we onze camping in Chur.

Het koude biertje bij aankomst is als zalf voor onze kelen en luchtpijpen, waarna we snel ons basiskamp weer opzetten en beginnen aan het volgend verslag. De fietsen zien er na de rit van vandaag met de natte wegen niet meer uit. Bert kan het niet meer aanzien en gaat opzoek naar een fietsen-wasinstallatie. Na het poetsen van zijn nieuwe Trek, heeft hij trek in meer gekregen en geeft ook alle andere fietsen een poetsbeurt. Morgen gaan ze in het vet voor de klimpartij over de Splügenpas, een klimmetje waar we de hele ochtend mee zoet zullen zijn.

Foto’s