Rome, Dag 17

28 augustus 2005 - Passignano sul Trasimeno, Italië

Verslag van de pelgrimgangers op weg naar Rome.   Zondag 28 augustus 2005

Dag 17.      Siena- Sinaluga- Camucia- Passignano sul Trasimeno

Gereden:  106 km.  Rijtijd:   4,44 uur     Gemiddeld:  23,9 km/uur

Gisterenmiddag komen we om klokslag 14h00 aan op Camping Colle Verde in Siena na een rit va 70 km in prachtig zonnig weer. Het fietsen in de Toscaanse heuvels is pittig steeds dalen en stijgen. Voor je gevoel zou je deze heuvels bijna hooggebergte willen noemen.

De camping in Florence was druk en vitaal met veel jeugd, deze camping is een oase van rust. Na het relaxprogramma gaan we met de bus naar Siena, die we bijna missen vanwege het geneuzel van de campingjuffrouw over een wit formuliertje om onze paspoorten terug te krijgen. Uiteindelijk krijgen we ze toch niet. Dit is de ware bureaucratie die zijn oorsprong heeft in Italië. Lambert wordt door een passant achterop de scooter gezet uit medelijden. De passant ziet dat hij zo arthrotisch loopt als een geriatrisch konijn, anders had Lambert de bus gemist.

In Siena is het een drukte van belang. Ik denk door het feest van Maria Assumption. Gildes trekken door de stad, ossenkarren met ludieke mensen erop, olifanten, paarden. Siena is ernstig sfeervol met mooie gebouwen,oud met groene luiken en pleintjes. We maken een kleine centrumwandeling onder uitleg van Gijsbert. Daarna drinken we een grote bier op het centrale plein wat wel wat weg heeft van een arena. De plaatselijke inwoners maken een los ontspannen indruk.  Er wordt ook stevig ambulant gedronken. Het geheel komt over als een sensueel zomers avondgebeuren. Volgens Bert komt dit, omdat we al twee weken van huis af zijn, waar ik toch een vraagteken bij moet plaatsen.

Daarna naar het besproken restaurant Guido, waar Gijsbert vroeger  met Ineke gegeten had, heel sfeervol. Het hele restaurant hing vol met foto’s van beroemdheden die er ooit gedineerd hadden, o.a. Nelson Piquet, Umberto Eco, Paulus de Boskabouter en ontelbare anderen. Achter ons aan een tafeltje zat een Nijmeegse oncoloog-chirurg-consulent, die Adriaan en Gert kennen. Een geanimeerd gesprek, zijn vrouw vindt fietsen naar Rome met mannen maar la-la. Bij het verlaten van het restaurant zei hij tegen Adriaan: "wat  ben je toch mager geworden" trouwens de anderen zien er ook niet best uit. De enige die er goed uitziet is d’n dieë, Gijsbert natuurlijk.

Met de taxi terug naar de camping, meteen de kathedraal in. s’ Nachts brak er een heftig onweer uit. Gert was zo attent om de was van de lijn te halen en aan ons voeteneinde te deponeren.

Bij het ontwaken onweerde, donderde, bliksemde en goot het nog heftig.

We reden in de stort aan en dit bleef zo de hele dag. Vermeld moet worden dat de Toscaanse heuvels een heftig gebied is voor de langeafstandsfietser. Er is permanent een zware trek op de kuitspieren en de bovenbenen raken oververhit en zwaar. Steeds stijgen en dalen en zelfs als de weg optisch-visueel omlaag gaat, gaat hij toch nog sneaky omhoog. In de volksmond noemen ze dit “vals plat”.

Zwaar doorregent bereiken we Sinalunga. Een heel klein plaatsje met honderden mannen in het enige cafe. We hangen onze regenjack’s uit te lekken. De bar-mevrouw denkt dat Willem Mario Cipollini is . Ze zit er niet ver naast, we zeggen dat Mario zijn neef is. Ze moet natuurlijk met onze hele groep op de foto.

Daarna gaan we richting Cortona, maar ook de mist in. Op deze desolate, drijfnatte weg zien we langs de weg ruïnes van verlaten boerderijen en andere neringen die waarschijnlijk door armtierigheid te gronde zijn gegaan. Na een half uur fietsen bleken we even ver te zijn als een half uur geleden. Dit is het bekende effect van de verdoolde ,verdwaasde pedalleur in overmatig uitwendig vocht. Op een gegeven moment treffen we geen geitenpad aan, maar een volledig afgesloten weg. Onze fietsen tillen we door het aanpalende weiland. Vrolijk, maar nat, bereiken we Cortona, wat we ook weer niet helemaal bereiken vanwege een te nijdige klim. We doen een korte lunchstop in Camucia, waar we de lunchplaats bevochtigen en Valentino Rossi op de TV een hoofdprijs zien winnen in de 500 cc motorraces. Die lui gaan horizontaal door de bocht en maken nog kunstjes ook op de motoren. Echte artiesten net als wij op de fiets.

We rijden richting Passingano. Bert Welling haalt ons bij de benzinepomp op. Fietsen in de aanhanger, wij in de bak als vee maar dan voor fietsers. Een eindeloos pad rijden wij omhoog naar zijn landgoed met prachtig uitzicht op het meer van Trasimeno met duizenden olijfbomen. Biertje. Onze kleren gaan meteen uit. Rini zit klaar met vele warmwaterzakken en geneeskrachtige handen om onze onderkoelde delen weer wit gloeiend op te poken. De barbecue gaat aan en de wijnkaraffen open. Het onthaal is geweldig. Wij eten als leeuwen .De drie diepvrieskisten zijn helmaal leeg en de magen knorren nu niet meer. Om negen uur gaan we naar binnen. We zaten heerlijk in de olijvenhof met uitzicht op het meer van Trasimeno bij rood ondergaande zon.

Foto’s