Rome, Dag 16

27 augustus 2005 - Siena, Italië

Verslag van de pelgrimgangers op weg naar Rome.  Zaterdag 27 augustus 2005.

Dag 16.   Florence- Impruneta- Greve in Chianti- Castellina- Siena

Gereden:  70  km.  Rijtijd:  3,24 uur    Gemiddeld:  21,7 km/uur

Het enige wat onze nachtrust verstoorde was een snel optrekkende motorrijder zonder een deugdelijk werkende geluiddemper. Omdat voor ons Florence in een dal ligt wordt het geluid op dit stille tijdstip van de nacht flink versterkt. We hebben hem allemaal gehoord en velen in Florence ook, denken wij.

Er is vannacht niemand uit de tent verwijderd vanwege overmatig reutelen of ongewenste handtastelijkheden tijdens het omdraaien van de ledematen tijdens de slaap. We konden ook nog eens uitslapen, omdat de dagetappe nog geen 80 km blijkt te zijn naar Siena. Eerst zien dan geloven……..

Om 9.00 uur gaan we van start, we staan onderaan de camping. Het asfaltweggetje naar de uitgang is vrij steil en als we allemaal boven zijn, grijpen de eersten al naar de fles. Het belooft een warme dag te worden. We laten Florence achter ons en rijden door de heuvels de Chianti-streek in. Een werkelijk prachtig landschap trekt aan ons voorbij met een snelheid, die we zelf redelijk kunnen bepalen. We krijgen een aantal lange klimmen voor onze kiezen, ook de heuvels zijn hier Chiantisch.

We krijgen nogal wat reacties op onze dagverslagen, en dat vinden we leuk. We versturen trouw elke dag onze verslagen en ontvangen de binnenkomende berichten. Als we de website hebben bijgewerkt, bekijken we ook het gastenboek op de website. Er staan al heel wat leuke reacties in. Het is te veel werk om iedereen persoonlijk te antwoorden maar lezen doen we ze zeker. Wij hebben er plezier aan, dus blijft u reageren. Uit een aantal reacties komt naar voren dat wij het eten en drinken overmatig belichten, waardoor het lijkt alsof wij bezig zijn met een culinaire reis naar Rome, bijzaak is dat we dit op de fiets doen. Dit is natuurlijk niet zo. De maaltijden zijn voor ons hoogtepunten en we kijken hier tijdens het fietsen sterk naar uit. Nog zoveel kilometer naar de koffiepauze en daarna nog zoveel kilometer naar de lunch. Deze stops plannen we ook op bezienswaardige locaties, waarbij regelmatig foto’s worden gemaakt. Tijdens deze stops zien we het een en ander en berichten we daarover. 

Maar laat u niet misleiden: van stop naar stop gaat het over bergen en natuurlijk ook door dalen. Maar 8 kilometer klimmen kan wel een uur duren, maar 8 kilometer dalen is zo voorbij. Het gaat hierbij tot aan de grens van wat we kunnen en proberen in een gelijkmatig beentempo naar de top te rijden. Soms kunnen we de groep bij elkaar houden en soms lukt dat ook niet, dan vecht iedereen voor wat hij waard is om boven te komen. Het vechten gebeurt niet alleen met spierkracht. Onze spieren hebben ondertussen al aardig door waar wij mee bezig zijn, dus hebben zich hier en daar extra ontwikkeld. Het grootste gevecht speelt zich af in de bovenkamer. Fietsers onder elkaar zeggen wel eens dat de benen “vol lopen”. Dit is een gevoel van overmatige vermoeidheid, die uit de bovenbenen naar de knieën trekt. Vlak boven de knieën geven de benen het signaal af: “stop maar, ik kan niet meer”. Het is de kunst dit signaal te onderscheppen en te verplaatsen naar een later moment, het liefst naar boven aan de berg, of compleet te negeren. De plaatsen waar dit verschijnsel het meeste optreedt is na een behoorlijke lange klim, waarbij je een inschatting maakt over de nog te klimmen afstand, en wanneer blijkt dat die inschatting volkomen onjuist is.

Gert heeft vandaag niet de goede klimbenen. Daar waar hij altijd vooraan te vinden is om de competitie aan te gaan met de anderen laat hij het vandaag voor wat het is en puft achteraan naar boven. Waarschijnlijk heeft hij de laatste dagen te weinig (klim)geitenkaas gegeten. Wijnie maak je niet ongerust, we laten hem nu een middagdutje doen, hij ziet er verder zeer content uit.

We drinken koffie in Greve in Chianti en hebben taartjes gekocht bij een bakkertje op het marktplein. Als we zitten komt er een groep Amerikanen op zware Harley’s aan en maken de zelfde keuze voor de koffiestop. De motoren zijn, aan de nummerborden te zien, gehuurd in Oostenrijk. Als we de koffie op hebben, lopen we even met de fiets aan de hand met Gijsbert mee, die de auto verderop heeft geparkeerd. We lopen langs een kleine garage, waar een oud baasje een oude Fiat 500 staat te verwennen. We maken er een opmerking over en raken in gesprek. Dat we uit Holland komen en naar Rome gaan enzo. De oude baas is verbaast en vraagt of wij de Paus de groeten willen doen. Gijsbert wil nog proberen in de oldtimer plaats te nemen, maar past er niet in en staakt de poging. De oude baas vindt ons dermate sympathiek, dat hij een fles wijn uit een rek pakt en deze ons cadeau doet. Hij wenst ons nog een behouden reis.

Het is vandaag Zaterdag en dit manifesteert zich door vele groepen fietsers die we tegenkomen onderweg. Op een van de volgende heuvels rijden we een plaatselijke fietsreus achterop. Hij vindt het natuurlijk onplezierig, als plaatselijke fietsreus, dat hij voorbij gereden wordt en laat het er niet bij zitten. Hij pikt aan bij Willem, Bert en Adriaan en schiet na 2 bochten hevig dampend en steunend ons weer voorbij. We laten hem nog even zweten, schakelen twee tanden op en gaan op de pedalen staan. De man breekt zowat bij zijn trappers af en laat ons gaan. De Hollandse visitekaartjes zijn weer afgegeven.

Als we op de lunch afspraak komen blijkt daar ook de camping al te zijn. Dit zijn uitermate prettige ontwikkelingen voor de fietsers en gaan genieten van de eerste echte rustige middag.

Met de 4 jaargetijden van Vivaldi heel rustig op de achtergrond zit Bert zijn nieuwe Trek-fiets af te likken, ligt Gijsbert in het zwembad te dobberen, ligt Gert onder een boom van lange afdalingen te dromen, zit Lambert eindelijk aan zijn boek “van Tuberculose naar Da Vinci”, leest Adriaan de zaterdageditie van de Telegraaf en verraad ik hierbij wie vandaag het verslag zou doen.

.

Foto’s