Dag 18. Maandag 8 juni 2009. Mikulov - Poysdorf - Mistelbach - Wenen

8 juni 2009 - Wenen, Oostenrijk

Dag 18. Maandag 8 juni 2009.              Mikulov - Poysdorf - Mistelbach - Wenen

Gereden: 122 km in 5.39 uur, gemiddeld 24 km/uur, zonnig weer

Het is onze laatste dag in Tsjechië en moeten opletten dat we door het geld heen komen dat we gepind hebben. Bij het omwisselen van Tsjechische Kronen naar Euro’s heeft het opeens geen waarde meer, dat is de zogenaamde wisseltruc. Ik kan de hotelovernachting er nog van betalen, maar voor het avondeten kom ik 200 kronen te kort, die moet uit de proviand-pot van Gijsbert komen. Van het resterende geld gaat hij morgen de auto volstouwen bij de Lidl aan de overkant van het hotel. Persoonlijk, maar dat geldt ook voor anderen, ben ik blij Tsjechië weer te verlaten. Dat komt hoofdzakelijk vanwege het communicatie probleem waar je steeds tegenaan loopt, het lijkt wel of je  hier in China bent. De bevolking spreekt nauwelijks Engels of Duits en er is werkelijk geen touw aan vast te knopen wat ze zeggen of waar het over gaat. Eén van de woorden die we onderweg wel geleerd hebben van de verkeersborden is POZOR, pozor deki, pozor vlak, pozor poz. Het betekent PAS OP/ GEVAAR, pozor vlak staat bij iedere spoorwegovergang, pozor deki is ‘pas op, oversteekplaats voor kinderen’ en pozor pez stond op een poort van een huis en moet volgens Lambert zoveel zijn als "pas op, gevaarlijke schoonmoeder" Maar zoals gemeld, bij onze eerste koffiestop kunnen we alles weer verstaan en ons zelf ook weer verstaanbaar maken.

Vanmorgen hebben we het ontbijt afgesproken om 8.00 uur en willen om uiterlijk 9.00 uur weg rijden uit Mikulov. Tijdens het ontbijt hebben we het natuurlijk over de rit vandaag, dat we de grens passeren en om de benodigde documenten moeten denken. Rond 8.45 staat iedereen rond de bus met de koffers en de tassen, het is meer een soort verhuiswagen als een volgwagen. Ik ben als laatste bij de bus, omdat het verslag van dag 17 pas vanmorgen aan het ontbijt is voorgelezen en ik dat eerst nog verstuurd wil hebben, weg is weg.

Gert, ons haantje de voorste, heeft al even een stuk van het parcours gereden om te weten hoe we de stad gaan verlaten. Om precies 9.00 uur rijden we als eendjes achter hem aan. Na twee kilometer komen we bij een spoorwegovergang (pozor vlak) en ik grap tegen Bert dat we hier de grens al hebben en hij zijn papieren moet tonen. Potverdorie, stoppen, zowel Bert als Lambert moeten bekennen de grensdocumenten over het hoofd te hebben gezien, terug weer naar bus bij het hotel. Na ongeveer 15 km komt de grens in zicht en we nemen een fietspad wat ons langs een monument bovenop een heuvel lijdt, een soort Brandenburger Tor. Maar eerst moet er gereden worden om boven te komen, een soort ‘Keutenberg’ ligt voor ons. Als Willem boven is, staan de anderen nog beneden te twijfelen en willen hem duidelijk maken dat het de verkeerde weg is en terug moet komen (om hem de beklimming nog een keer te gunnen), hij trapt er niet in. Na dit monument, waar het uitzicht adembenemend is, komen we aan bij het grenskantoor. Geen spoor van douanepersoneel, vervallen gebouwen, verroeste slagbomen, met gras overwoekerde weegbruggen, kortom een spookgrens waar niets meer gebeurt. "‘Ben ik daarvoor verdorie mijn paspoort weer gaan halen" foetert Lambert. We maken nog een paar foto’s, plaatsen een stevige ‘geurvlag’ rondom de grensplaats en rijden vervolgens Oostenrijk in.

Het eerste wat mij opvalt is het landschap. Dit glooiende heuvellandschap kan natuurlijk niet alleen maar door een willekeurig geplaatste slagboom veranderen, maar dat doet het wel. In Tsjechië bestaat het landschap uit heel veel van hetzelfde, kilometers lang dezelfde verbouwing van hetzelfde product. In Oostenrijk is dit zelfde landschap opgedeeld in kleinere stukjes met veel meer diversiteit en als hoofdproduct de wijnranken. Het ziet er allemaal veel ordelijker, netter en professioneler uit.

De koffie wordt gedronken in Poysdorf en we hebben daarna even moeite de juiste richting te vinden voor de route. Gelukkig heeft Gert een kompas in zijn horloge, die ons al vele keren deze reis de goede richting heeft gewezen. We moeten een beetje doortrappen naar ons einddoel, het thuisfront begint onrustig te worden, we worden nu wel gemist zo langzamerhand. Drie weken is ook wel een beetje lang om van huis te zijn is de algemene mening, een beetje doortrappen dan maar, richting Wenen. Rondom de stad zijn flinke verbouwingen aan het wegennet, zodat we op gevoel de juiste richting moeten bepalen, de routebordjes zijn met bulldozers onder het taluud geploegd. Als we de stad inrijden blijkt ons hotel aan de andere zijde van de stad te liggen en hierdoor moeten we nog ruim een uur en zo’n 15 km door de stad heen worstelen, die zich net in spitstijd bevindt. We rijden voorzichtig en komen rond 18.00 uur aan bij het Mercure hotel aan de Matrozenstrasse, vlakbij de Westbahnhof.

Morgen hebben we weer een vrije dag dus het verslag zal uitsluitend foto’s bevatten. Als jullie lief zijn, en we beleven woensdag niet al te veel, blikken we in dagverslag 20 nog even terug.

Verwarring alom

Van ieder die in Tsjechië geboren

En die hier in dit land getogen is

Van hen kun je de klanken heel goed horen

Maar ons ontgaat wel de betekenis

Zij spreken slecht hun talen, dus ’t gaat mis

Natuurlijk wist je dat al van tevoren

Maar toch kan het je wel behoorlijk storen

Als je wat vlees bestelt en je krijgt vis

En nu gaan wij weer weg van wie hier wonen

Verlaten ’t land met eigen geldsysteem

Je euro’s wissel je hier om voor kronen

Maar wil je euro’s weer, heb je ’n probleem

Want let goed op in deze regionen

Pozor, de wisseltruc van de Boheem

Foto’s