Dag 17. Zondag 7 juni 2009. Slavonice - Uhercice - Mikulov

7 juni 2009 - Mikulov, Tsjechië

Dag 17. Zondag 7 juni 2009. Slavonice - Uhercice - Mikulov

Gereden: 143 km in 5.50 uur, gemiddeld 25 km/uur, 1100 hoogtemeters, zonnig, warm en wind op de billen.

Bert en Willem zijn al vroeg op maar kunnen voor 7.00 uur geen enkele kant op in het hotel, geen koffie, maar ook niet naar buiten. Alles is afgesloten. We testen nog een paar dingen op de PC en proberen het na een kwartier later nog eens, dan kunnen we wel naar buiten. We lopen over het plein van Slavonice en wat ons opvalt zijn de verschillende gevels van de huizen en de muurschilderingen, heel apart. Om 7.30 kunnen we ontbijten, de fietsen uit de kelder halen, bidons vullen, nog een keertje bah doen en om 8.30 uur vertrekken we richting eindbestemming voor vandaag Mikulov. De etappeafstand is maar 108 km dus het belooft een echte zondag te worden. Ook het weer werkt mee, toen we opstonden was het fris, toen we vertrokken warmer en later breekt de zon nog door, het wordt warm vandaag. De wind is ons ook gunstig, recht op de billen, het kan niet op vandaag.

Volgens Lambert is Gert Cramer is een echt zondagskind, hij heeft nog geen lekke banden gehad, heeft een prettig ‘gestoord’ gezelschap om zich heen verzameld en hij is goed in delegeren. Op 10 km van de start, op deze mooie zondag en bijna 2000 km van huis krijgt Gert zijn eerste lekke band, maar dan ook gelijk goed, ook de buitenband is aan flarden. Gert krijgt aan alle kanten hulp aangeboden en als klap op de vuurpijl komt ook Gijsbert aanrijden met de nieuwe buitenband, een echt zondagskind dus.

Nog 16 km dan drinken we koffie in Uhercice, een plaatsje waar helemaal niets te doen is op deze zondagmorgen en ook niet op andere zondagmorgens en ik durf te beweren dat er door de weeks nog minder te beleven valt. Er is wel een drinkgelegenheid en we bellen aan, we kunnen er koffie krijgen, en een vliegenmepper. Na deze geestelijke oppepper gaan we door en lopen 10 km later vast op een leukere plek waar we een cola bestellen, we hebben tenslotte een gemakkelijke dag.

We worden betrapt door onze reisleider, die in de bus voorbij rijdt en stopt, we maken meteen een afspraak voor het openluchttheater, vandaag kan het weer. De route loopt dwars door een natuurgebied waar Gijsbert niet kan komen met de auto, dus we spreken af op een splitsing waar hij langs komt en wij ook. Maar eerst het natuurgebied, prachtig maar met een Romeins wegennet. De bovenlaag van het asfalt is al lang verdwenen en we rijden dus op de steenachtige onderlaag en er zitten hele flinke klimmen in. Het voordeel van een klim is, dat uit uitzicht wel verbetert boven als tenminste het zweet niet in de ogen loopt. Het blijkt dat we boven op een rots zijn aangekomen, met aan twee zijden een ravijn, waar een riviertje doorstroomt, een prachtig gezicht. Maar dan in de afdaling eindigt het pad bij een wijnboerderij en Gert gaat de weg vragen. We moeten doorrijden ‘over het stenen pad’ naar beneden, ongeveer 3 km zegt de bewoner, maar dat kan haast niet waar zijn. Het stenen pad is zo steil als een keldertrap, maar dan zonder treden, we komen er niet af op de fiets. Maar ook naast de fiets is het een hele toer om zonder uit te glijden beneden te komen. We beginnen heel voorzichtig aan de afdaling en gelukkig is ‘de keldertrap’ maar 300 meter in plaats van 3 km. Verder gaat het over steen en zandachtig plaveisel naar de rivierbedding, we rijden daarna door een spoor van ongeveer 10 cm breed door een weiland en komen dan bij een hangbrug. We maken foto’s en steken over, het brug wiebelt gevaarlijk. Aan de andere kant wacht ons het tegenovergestelde van onze afdaling met de uitzondering van het stenen pad. Sommige van ons komen maar net aan fietsend boven, ik heb de hele klim op de pedalen moeten staan (Ron, de nieuwe pedalen houden het prima), maar sommige moeten ook afstappen. We komen op weg naar de top nog een paar verdwaalde Nederlanders tegen uit Hazerswoude, die ons aanmoedigen en aan Lambert vragen waarom hij zo slecht loopt. ‘Fietsen gaat nog beroerder’ zegt hij en loopt door. Daarna kunnen we weer fietsend het natuurgebied verlaten en bij een kruising levert Adriaan weer strijd met één van zijn pedalen en gaat de straat nog eens van dichtbij bekijken. Maak je niet ongerust Margriet, hij heeft alleen een deukje in zijn ego opgelopen.

Als we later in het ‘openluchttheater’ Gijsbert van onze avonturen vertellen komen we automatisch bij de verkenning van het laatste deel van deze dagetappe. Volgens de ochtendberekening moeten we nog 35 km, maar volgens de nieuwe middagberekening is dit opgelopen naar 65 km, zeg maar dag rustige zondag. Er ontstaat enig tumult, konten moeten hernieuwd worden ingevet, er wordt extra voedsel ingeslagen en we zetten de reis voort naar Mikulov, de stad die verder ligt dan gedacht. Op een kleine 28 km voor het eindpunt heeft Gijsbert nog een leuk hotelletje in de aanbieding om het ‘lijden’ wat te verzachten maar onze koppen staan inmiddels op ‘doordouwen’. We vragen het aan alle rijders en kiezen gezamenlijk voor een hotel in Mikulov, we gaan het halen. Nog een uurtje stoomt de groep met Bert en Willem voorop, als dampende stieren door het landschap met de horens gericht op Mikulov en komen daar om 18.00 uur aan. 

1100 hoogte meters, 143 km (108 begroot), een gemiddelde rijtijd van boven de 25 (incl. de ravijnwandeling), kortom een rustige zondag.

Wat zal ons biertje smaken.

En zie, het was goed

Hij kwam uit een zeer goede hoek, de wind

Want hij waait lekker warm recht op de billen

Zo zou je ’t eigenlijk wel altijd willen

Je voelt je deze dag een zondagskind

Je hoeft je energie niet te verspillen

Want alles lijkt je heden goed gezind

Dit is nou echt zo ’n dag die je bemint

Want alles lijkt vandaag als een idylle

Ja, zelfs de dorpjes hebben van dat stille

Loopt hier ooit wel eens iemand over ’t grind?

Je zou van blijdschap even willen gillen

Omdat je het vandaag zo heerlijk vindt

Geen mens om er een appel mee te schillen?

Dan nemen wij maar met elkaar een pint!

Foto’s